dinsdag 27 september 2016

Bezemen en hameren

Het lijkt wel of kinderen en jongeren een nieuwe taal spreken. Ik hoor het met gekromde tenen aan, want zo klopt het niet. En dan bedoel ik niet de straattaal, die mijn kinderen gelukkig nog niet spreken, maar het fout zeggen van werkwoorden. Mijn dochter zegt vaak: "Ik ga bezemen" en dan pakt ze de bezem om er buiten mee aan de slag te gaan. Maar eigenlijk is het zo: je pakt de bezem en gaat lekker vegen. Ik verbeter haar regelmatig en toch blijft ze het anders zeggen. Het ligt natuurlijk ook wel voor de hand: je pakt een bezem en bezemt. Maar het is niet correct.

Onlangs keken we tv en zagen het programma Escaperoom. In dat programma moet een bekende Nederlander uit een ruimte ontsnappen door verschillende opdrachten uit te voeren. In deze aflevering ging het om een meisje dat een rol speelt in de jongerenserie Brugklas. Eén opdracht was hoefijzers in een bepaald patroon aan de muur ophangen. Voordat ze ze kon ophangen moest ze nog wel de spijkers zelf in een plank aan de muur slaan. Terwijl ze hiervoor een hamer pakte zei ze: "Nu ga ik de spijkers hameren". "Eh, nee!" riep ik, "met een hamer ga je timmeren!"

Tja, taal is een levendig iets, dat in de loop der tijd gaat veranderen. Maar ik blijf er voorlopig toch mijn tenen bij krommen!