donderdag 21 augustus 2014

Ons eigen huis

Als we na een vakantie van een week onze woonwijk naderen zet mijn man het navigatiesysteem van de auto uit. 'Nu weten we de weg zelf wel. De mevrouw mag nu even haar mond houden.' 'Ja, lekker rustig zonder haar gezeur,' zegt mijn zoon. 'We zijn nu dicht bij ons huis, hé mam?' zegt mijn dochter tegen mij. 'Ja, we herkennen het nu wel weer,' zeg ik tegen haar.

Het is toch elke keer weer fijn om je eigen buurt in te rijden. Vertrouwd en toch anders, omdat je met een soort van nieuwe ogen je woonomgeving bekijkt, als van een  nieuwkomer. Met zijn vieren lopen we het tuinpad op, zoon draait de deur van het slot. De lege hal klinkt bijna hol. En de woonkamer, wat een zee van ruimte. 'Wat is het hier schoon!' roept mijn man lachend uit. Tja, schoon... Dat is een relatief begrip. Toen we op vakantie gingen gunde ik me geen tijd om nog te stoffen en te stofzuigen. Toen wisten we heel goed dat er nog het nodige moest gebeuren. Overal lagen stofjes, kruimels en stukjes gras. En nu, na een week in een bungalowpark in België van een beroemde keten, heet ons huis ineens schoon!
Dat komt door de omstandigheden van de accommodatie van het vakantieverblijf. Het was een behoorlijk vochtige week met regelmatig flinke regenbuien en lang nadruppelende hoge bomen. Onder die omstandigheden blijven kleding, kranten en handdoeken klam aanvoelen en drogen natte zwemkleding en badhanddoeken bijna niet. Het voelt wel iets beter wanneer je de verwarming aanzet en het behaaglijk warm wordt in het huisje, maar het droogproces gaat er helaas niet sneller door. We trokken er elke dag op uit, dus deerde het binnenklimaat ons niet echt. En 's nachts hadden we het in ieder geval niet koud dankzij een dik vier-seizoenendekbed.

Maar bij thuiskomst merk je wel meteen het enorme verschil en realiseer je je dat des te meer. Niets geen vochtige, muffe lucht, maar ruimte, licht en geen vreemde geurtjes. Als je weer thuis bent ruik je pas dat de muffe geur van vocht in je kleding en de knuffels van de kinderen is  blijven hangen. Dan is het extra heerlijk om weer in je eigen huis te zijn. Door een vakantie waardeer je meer wat je hebt en kijk je weer anders in het rond. Je eigen grenzen worden weer opgerekt. Want wat eerst 'stoffig' was, heet nu ineens 'schoon'!!

vrijdag 1 augustus 2014

Tuinweelde 2: pruimentijd

Het is zomer en dan is het tijd om te oogsten. Vruchtbomen zijn een wonder: eerst bloeien ze, daarna komen er bladeren aan en daarna volgt een groeiproces van de vruchten. Wij hebben in onze tuin een perenboom (9 peren dit jaar die begin juli per dag wel een stukje lijken te groeien), een appelboompje ('wel 80 appels' volgens mijn dochter en voor haar begrippen is 80 heel erg veel) en twee pruimenbomen (vorig jaar minder oogst, dit jaar weer heel veel dankzij het milde voorjaar). Ik volgde de groei op de voet.


Dit jaar hangen er grote trossen pruimen aan de bomen. Eerst waren ze zo klein als olijven, dan groeien ze en daarna zie je de eerste kleur verschijnen. Spannend.


Juli is pruimentijd en dan zie je elke dag wel een paar pruimen hangen die precies de goede paarse kleur hebben. Dus gaan wij elke ochtend de bomen inspecteren, want het gaat echt heel snel. En dan moet je ze gauw plukken, anders gaan vogels ervan snoepen.

Soms kunnen we er bijna niet bij en moeten we een hulpmiddel (een lange grijparm) gebruiken om die ene pruim, die ver weg hangt, te kunnen plukken!

Op een hoogtijdag was de oogst enorm: meer dan 50 stuks die rijp waren! We hadden al een heleboel buren blij gemaakt met pruimen (door mijn dochter rondgebracht), maar met zo'n grote portie fruit kunnen we natuurlijk ook iets anders doen.

Met een mix voor appeltaart bak je gemakkelijk een pruimentaart! Onze pruimen zijn lekker zoet, dus dan hoeft er bijna geen suiker bij. We hebben er heerlijk een paar dagen van gegeten. Jammer dat je dat niet kunt ruiken...

Ik hoop dat we volgend jaar weer zo'n goed pruimenjaar krijgen!!

Wordt binnenkort vervolgd met Tuinweelde 3. Dat zal gaan over: de oogst van appels en peren uit eigen tuin.