Het is een bewerkelijk proces, een trui breien, maar ook een
heel leuk proces. De wol heb ik in huis, de wol dat lekker zacht aanvoelt. Tien
even grote bollen met hetzelfde etiket en allemaal dezelfde kleur lila. Allemaal
nog keurig, gloednieuw zoals ze uit de winkel kwamen. Vol verwachting zoek ik
een breipatroon uit en ik zie al voor me hoe mijn eigen gebreide trui eruit
gaat zien. Ik probeer een proeflapje uit en daarna kan ik beginnen met een trui
voor mezelf. In het begin lijkt het niet op te schieten, maar toch ga ik door.
Naald na naald en steek voor steek, in een ritme dat sneller lijkt te worden
als ik de slag weer te pakken heb. In het begin heb ik wat zere schouders en
polsen omdat ik lang niet meer gebreid heb, maar na een aantal dagen ben ik weer
gewend en doen ze niet meer zeer.
Mijn vader zei het vroeger al: “Doe twee dingen tegelijk,
dus praten en breien”. Best moeilijk als je volgens een telpatroon wilt breien
en heel erg op de steken moet letten. Maar nu ik heb ontdekt dat ik toch best
twee dingen tegelijk kan en dat is: breien en dagdromen! Heerlijk alleen met de
steken bezig zijn en ondertussen mijn gedachten laten dwalen. En soms bedenk ik
dan de mooiste dingen. Vroeger bestond er nog geen woord voor dat ‘twee dingen
tegelijk doen’ waar mijn vader het over had. Tegenwoordig heet het ‘multi
tasken’. En ik heb me toch veel bezig gehouden met multi tasken, met breien en
dagdromen tegelijk! Je mag ook ongelimiteerd dromen en allerlei ideeën door je
hoofd heen laten gaan tijdens het breien, want je bent bezig, er vormt zich
iets wat je ook nog wat oplevert. Het is resultaatgericht en toch is het
ontspanning.
Mijn moeder moest vroeger thuis sokken breien, net als haar
zussen. Liever las ze een boek. Toen vond zij het multi tasken al uit: op haar
benen onder de keukentafel lag haar boek en tijdens het lezen breide ze de
sokken. Dat is mij nooit gelukt: breien en lezen…
Vroeger was het noodzaak om kledingstukken te breien, daarna
was het een tijd ‘not done’en tegenwoordig is het weer hip aan het worden. Zoek
op het internet maar eens naar breien of haken en je ziet dat het weer helemaal
in de mode is. Alleen heeft het nu een Engelse naam gekregen, want anders is
het niet hip: DIY, do it yourself. Kijk, dat klinkt al een stuk
aantrekkelijker. Toch blijft het in de ogen van kinderen gewoon breien. Een
meisje uit de klas van mijn zoon kwam bij ons thuis afspreken om te spelen en
zij zag mij breien. Zegt ze tegen mij: “Mijn OMA kan ook breien en zij heeft
het mij geleerd.” Niets DIY, het blijft ouderwets breien.
Ik ga ermee door en maak achterpand, mouwen en voorpand.
Eerst zijn het losse lappen die aan elkaar genaaid een trui moeten vormen. Een
wonderlijk verschijnsel. Het opengewerkte stekenpatroon wordt erg mooi, heel
gelijkmatig. Het ziet er moeilijk uit, maar dat valt best mee. Het is wel een
kwestie van goed tellen en blijven opletten. Ik gloei van trots: dit is mijn
project en dat heb ik maar mooi even zelf gemaakt! Ik naai de onderdelen aan
elkaar en dan is ‘ie af. Negen maanden heb ik er regelmatig aan gewerkt. Een
mooie termijn, 9 maanden. In zo’n tijd kan iets van niets uitgroeien tot iets
heel moois, net als een nieuw leven.
Nu mijn trui af is staat mijn dochter naast mij met de
vraag: “Mama, ga je nu iets voor mij breien?” En ach, ik heb de smaak van DIY
te pakken en heb al dunne rode wol gekocht. Dus zeg ik enthousiast: “Ja,
natuurlijk!!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten