woensdag 31 juli 2013

Voorlezen

Toen ik ongeveer vijf of zes jaar oud was las de juf regelmatig voor uit een dik verhalenboek. Het was altijd een spannend moment als ze het boek opensloeg bij de bladwijzer. Welk verhaal zou er nu weer komen? Zou het een leuk verhaal zijn, vrolijk of spannend? Vol verwachting keek ik naar de juf.

Eén verhaal is me altijd bijgebleven. Ik weet nog dat het diepe indruk op mij maakte. Het verhaal ging over een meisje dat nog moest leren schrijven. Ze schreef met een kroontjespen en inkt. Voor mij was dat als kind al ouderwets, maar ik kon me er wel wat bij voorstellen. Het lukte het meisje in het verhaal maar niet om netjes te schrijven met de inkt. De bladzijden in haar schrift zaten vol inktvlekken. Ze deed heel erg haar best, het puntje van haar tong stak uit haar mond en ze kreeg het er warm van. Maar het hielp allemaal niet. Op een nacht droomde het meisje over een enorm grote inktpot en dat ze heel erg haar best deed om netjes te schrijven, maar de letters en vlekken werden reuze groot en vlogen de inktpot uit. In het boek stond ook een illustratie in zwart-wit van een inktpot met daarboven vliegende letters en vlekken.

Ik weet niet of ze straf kreeg van de juf of een standje van haar moeder. Ik weet ook niet meer hoe het verhaal afliep (vast wel goed), maar het magische van die zwevende letters is bij mij altijd blijven hangen. Het sprak me aan en ik zag letterlijk vóór me hoe alles de inktpot uitvloog. Waarschijnlijk omdat ik zelf netjes ben, van schrijven en lezen houd én zelf gelukkig niet met inkt en een kroontjespen hoefde te schrijven. En het magische, de fantasie in het verhaal. Dat er iets gebeurde dat eigenlijk niet kan. Je weet dat het niet kan, maar je wordt er toch door gegrepen en je wilt verder lezen en weten hoe het verhaal afloopt.

Eigenlijk wil ik dat nog steeds: een spannend boek lezen, helemaal meegevoerd worden door een verhaal, het boek niet weg kunnen leggen en het het liefst in één keer uit willen lezen. En als het boek dan bijna uit is het heel jammer vinden dat het einde in zicht is. Eigenlijk wil ik dat moment zo lang mogelijk uitstellen, maar tegelijkertijd wil ik ook wel weten hoe het afloopt. Heel dubbel eigenlijk. En bij elk boek gaat het steeds weer zo. Verwachtingsvol beginnen, worden gegrepen door het verhaal, meegesleept worden en het boek daarna stiekem niet uit willen hebben.

Mijn zoon heb ik heel veel voorgelezen. Hij kende voordat hij zelf leerde lezen, hele boeken uit zijn hoofd. Hij bleef na het voorlezen met het boekje op schoot zitten en 'las' daarna zelf uit het boek voor. Ik vind het heel leuk om verschillende stemmetjes te doen en mooi op toon voor te lezen. Een verhaal gaat dan echt leven. Net als de inktpot met zwevende letters en vlekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten